Begin is er.

Deze week de stoute schoenen aangetrokken en maar gestart met de opleiding van mijn jonge garde. Dit jaar kan ik met recht spreken van een jonge garde. Gekoppeld op 1 februari betekend dat rond 1 maart de jongen geboren zijn. Dus nu zijn, de oudste, goed 3 maanden oud. Enkele exemplaren zijn nog eens geen 3 maanden. Na een opstartperiode van 2 weken vlogen ze allemaal mooi in een koppel. Sinds kort beginnen ze ook weg te trekken en dan kun je volgens de kenners beginnen op te leren. Onder deze weersomstandigheden niet ideaal maar je moet toch iets. Wat mij nog nooit overkomen is gebeurde nu. Iedere keer zaten de jongen bij mijn thuiskomst allemaal in het hok. Nog nooit gehad. Dit maakt mij dan ook zenuwachtig voor de volgende keren. Zal het gezegde, “vaok bun ie te bange” toch opgaan? Het lijkt er op. Dit weekend kunnen ze relaxen. Op zaterdag lekker een bad, dinsdag de 2e enting paramyxo/rota/pokken en dan na een paar dagen de draad weer oppakken. 

Weinig plezier.

Beleven we in deze tijden aan de duivensport. In onze regio wel te verstaan. Door iedere keer Oost in de wind ben je voor een mooie klassering op afdelingsniveau bijna kansloos. Daarnaast, en dat is misschien wel het belangrijkste, hakt het er bij de duiven ook behoorlijk in. Sommige liefhebbers vinden deze omstandigheden prachtig. Een zogenaamd selectiecriteria. Voor mij niet. Vluchten van 500 kilometer of meer zijn mij onder deze omstandigheden aan mij niet besteedt.  Voor de duiven zou een staartwind een verademing zijn. En voor de meeste liefhebbers ook. Afgelopen weekend de 3e versie van Arlon op het programma. En ook deze aflevering werd een echte kuitenbijter. Mijn eerste was de 161, al goed voor diverse kopprijzen op verenigingsniveau. Alleen dit jaar wil het niet vlotten met haar. Op de vorige Arlon kwam ze zelfs op zondag retour. Op Venlo pakte ze prijs en nu dus mijn eerste. Haar vader is een zoon van Lukas 300 van Jan Westen, haar moeder de 223, dochter van de Belg 96. 

Weert.

Is de plaats waar mijn vrouwen naar toe gaan. Geen Fond dus. En blijkbaar ben ik niet de enige die der zo over denkt. Want met amper 3000 duiven op afdelingsniveau kun je amper nog van een mooi concours spreken. Het fond gebeuren loopt op zijn laatste schoenen. Dat is wel duidelijk. Afdeling 9 haalt de 3000 duiven niet eens. Dominantie door professionele liefhebbers zal hier ook mee te maken hebben. Liefhebbers, en met name die niet hele dagen met de duiven bezig kunnen zijn, moeten keuzes maken en die ligt niet bij het fond gebeuren. Iedereen die duiven mee heeft, succes.

 

Bladwijzer de permalink.

Reacties zijn gesloten.