Nadat de doffers al 3 weken belicht worden en de duivinnen een week wordt het tijd om te koppelen. Ik vind het niet leuk om te doen. Zie het in mijn geval als een noodzakelijk kwaad. Ik heb nog steeds te veel duiven. Heb hier en daar wat duivinnen over maar dit vind ik geen probleem. Dan kun je non-parings exemplaren gemakkelijker vervangen. Het weer is niet al te best voor mij. De duiven zullen hier minder last van hebben. Gelukkig lopen de temperaturen in de loop van de week op zodat we geen last meer hebben van ijs in de drinkpotten. De kwekers heb ik allemaal tegen elkaar op papier. Bij de vliegers komt dit niet zo nauw. Ik zet zet ze bij elkaar en dan moeten ze na een dag of 2 maar kijken wat ze willen. Enkele vaste koppels zullen elkaar wel weer opzoeken en hier gaan de eieren van mijn beste kwekers onder. We gaan het zien.
Vliegen in 2025.
Het wordt een terugkerende sprint om zo snel mogelijk op grote afstanden te komen. Het Noorden van onze afdeling zitten op de 4e vlucht op een slordige 400 kilometer. In mijn optiek teveel van het goede. Een duivenkennis van mij schreef al dat dit alles snel zal lijden tot een halvering van het aantal duiven in de mand. Nu is dit een terugkerend iets in duivenland. Met de beste bedoelingen aan de start komen maar na een paar linkse hoeken de klok snel weer in de kast leggen en eventueel vervangen voor de viskoffer. Ook niets mis mee. We leren weinig van de voorgaande jaren. Niet iedere liefhebber heeft een bestand van 40 of meer vliegduiven. Grote liefhebbers kunnen nu eenmaal meer tikken op de kin verdragen dan bescheiden liefhebbers zoals mij. Maar forceren ga ik in ieder geval niet. Heeft ook geen zin.
1975.
Een stukje geschiedenis. Ik kreeg tijdens het opruimen mijn eerste uitslag waarin ik aan deel nam. Zutfen jonge duiven. Zo stond het op de uitslag. Keurig met een typemachine gemaakt. Om 12 uur gelost stond de vlucht tot in de avond open. Ook toen liepen vluchten verkeerd af. Na verloop van tijd was ik de helft kwijt. En dit zonder mobiele telefoons e.d. die misschien wel een oorzaak van verliezen konden zijn. Ook vond ik nog een uitslag van net na de verhuizing naar Emmen. Mijn pa had bij een goede liefhebber enkel goede duiven gekocht. Kweken en dan vliegen was het motto. Toen al bleek dat goed presteren samen hangt met goede duiven. Op een klein simpel hok kon ik meteen goed mee komen. En dat is in de loop der jaren wel eens anders geweest. Altijd denken dat je de goei onder de pannen hebt maar dat je na verloop van tijd toch moet concluderen dat kwaliteit schaars is. Soms heb je een jaar waarin alles lukt om vervolgens het volgende jaar weer met de neus op de feiten te worden gedrukt. Dit is duivensport. Met goede duiven lukt bijna alles, met middelmaat lukt nagenoeg niets. Ooit riep een goede liefhebber dat uit een topper meteen iets goed moet komen. Het heeft geen zin om 4 of 5 jaar uit een duif te gaan kweken om dan pas tot de conclusie te komen dat het niets is. En let op, dit komt meest uit.