Trainen.
Dat moesten de duiven vanmorgen in de harde wind. Ben der blij mee want het vergt een hele inspanning om tegen de wind in te vliegen. Zo komen de spieren weer helemaal los. Maar is het nodig. Ik schreef eerder dat het gaandeweg het seizoen niet nodig is. De vlucht in het weekend zorgt voor een behoorlijke belasting. Dan heb je nog de discussie over een kop en rugwind. Tegen de wind in kost de duif meer inspanning dan van de wind af. Natuurlijk is dit zo als je het over het zelfde lossingsstation hebt. Maar heb je het over de vliegduur dan maakt het niets uit. Een duif vliegt in mijn ogen met een rugwind net zo intensief als met de wind tegen. Alleen is bij de een de snelheid veel hoger. Hier had ik het over met G.K.. Die deelde ook deze mening. De kreet van, ze waaien naar huis, daar geloof ik niet in. Daarnaast heb je met waaivluchten vaak duiven voorop met een perfecte oriëntatievermogen. En om die duiven gaat het nu juist.
Geluk.
Dat had ik maandag. De dag na een vlucht is het op mijn dag altijd chillen geblazen voor de duiven. Ondanks het mooie weer, het bestaat nog, liet ik ze niet trainen. Wat had ik een geluk want tegen 8 uur kwam een bus met aanhanger de parkeerplaats op. Achter het hok werd bij de achterburen muurisolatie aangebracht. Een aggregaat naast het hok brulde der vrolijk op los. Tel daarbij het geluid van enkele boormachines die het feest compleet maakten. Volgens mij had ik geen duif binnen gekregen. Geluk??. Ik denk het wel.
Of toch niet??
Nog even verder over geluk. Heb je dat als je soms duiven op tijd hebt? Soms, maar meest is het toch de kwaliteit de zegeviert. In 2016 had ik de Belg 96 op een zoon van Tess staan. Hieruit kwamen 4 zeer bruikbare duiven, 3 doffers en 1 duivin. Alleen jammer dat het duivinnetje de eerste oude duivenvlucht dit jaar meteen pleite was. Ze pakte als jong een rayonoverwinning. Ook 1 van haar broers deed het meer dan voortreffelijk. Nu blijkt dat ik uit deze doffer al 2 keer een jong voorop heb gehad. Ook afgelopen weekend zaten ze beide weer van voren. Ook uit de 2 andere doffers heb ik prima, bruikbare jongen gekweekt. Geluk???. Denk het opnieuw niet. Zeker is dat de zoon van Tess komend seizoen weer op de Belg komt. Voor alle duidelijkheid. Tess is een topkweekduivin bij Wil en Dirk Geudens. En volgens de eerder genoemde G.K. is dit echt een topkweker!!!. Overigens heb ik uit de dochter van Tess ook al een rayonoverwinnaar gekweekt. Toeval, nee, gewoon kwaliteit!!!. Tess komt overigens uit een zoon van de Jaarling Dondersteen en dit staat bijna altijd garant voor kwaliteit.
Laat kweken.
Dit weekend was ik voor het spoor met een liefhebber die laat jongen kweekte. Die werden in de 2e helft maart geboren. Na het spenen werden ze 4 weken verduisterd. Daarna deed hij niets en pas 4 weken voor eind seizoen begon hij bij te lichten. Dit gaat prima want de duiven staan nog op 6 of 7 pennen. Bijkomend voordeel is dat de jongen niet gaan aanlopen. Hier beginnen ze later mee. En duiven die nog geen interesse hebben voor het andere geslacht trainen beter en harder dan duiven op nest bijvoorbeeld. Een ander voordeel is dat duiven die een scharrel hebben vaak super gemotiveerd zijn. Tja, waarom dan vroeg gaan kweken als het rendement op deze wijze ook hoog kan zijn???.